Wij wonen op ’t Zand in Amersfoort. Een schilderachtige straat, omgeven door historische huizen die de rijke erfenis van onze stad weerspiegelen. Elke gevel vertelt een verhaal, sommige knus en uniek in hun architectuur, andere statig en imposant. Hier, waar drie majestueuze kerken als wachters over de straat staan, voelen zelfs toeristen zich aangetrokken tot de tijdloze charme die ’t Zand te bieden heeft. Als beste stad van Europa fungeert Amersfoort als een trotse uithangbord, en terecht.
Maar te midden van deze idylle schuilt een al jarenlang smeulend probleem dat als een donkere wolk boven ons hangt: de kauwtjes. Deze gevleugelde inwoners van onze straat lijken een persoonlijke vendetta te hebben tegen onze auto’s en stoepen. Als een surrealistisch schilderij worden de voertuigen na een halve dag van voor tot achteren besmeurd met hun uitwerpselen. Het is bijna een onmogelijke taak om je portier open te krijgen zonder in aanraking te komen met deze ongewenste “decoratie”. ’s Ochtends vroeg je auto schoonmaken is vaak geen optie, aangezien de kauwtjes al vroeg actief zijn, en een parkeerplek elders vinden is evenmin een haalbare kaart in een straat waar parkeerruimte schaars is.
Maar het is niet alleen de visuele overlast die ons parten speelt. De constante kakofonie van kauwtjes die van ’s ochtends vroeg tot na zonsondergang ons wakker houdt, drukt zwaar op ons gemoed. Eenmaal buiten, worden we geconfronteerd met stoepen die bezaaid zijn met een dikke laag vogelpoep, vooral ondraaglijk wanneer de zon haar warme stralen erop werpt en de stank onverdraaglijk wordt. Bewoners, evenals toeristen, mompelen afkeurende woorden terwijl ze met een hand voor de mond voorbij de besmeurde stoepen haasten.
Maar het gaat verder dan dat. De tuinen, oases van rust en groen, zijn veranderd in slagvelden van geluidsoverlast. Gesprekken worden overstemd door het luide gekrijs van de kauwtjes, en een moment van rust lijkt een utopie in onze eigen achtertuinen. Het idee om buiten te zitten en te genieten van een rustig moment wordt al snel een illusie onder het voortdurende geschetter van onze gevederde plaaggeesten.
En wat doet de gemeente aan deze schrijnende situatie? We hebben herhaaldelijk om hulp gevraagd, smeekbedes geuit, maar telkens opnieuw botgevierd op hetzelfde antwoord: de kauwtjes zijn beschermd, dus er kan niets worden gedaan. Een klap in het gezicht van onze gemeenschap, die keer op keer wordt genegeerd door degenen die zijn gekozen om ons te vertegenwoordigen.
Maar vorig jaar, nadat we ons ongenoegen via sociale media hadden geuit, leek er eindelijk een sprankje hoop aan de horizon te verschijnen. Een bijeenkomst werd belegd, waar een stadsecoloog, wethouders en andere ambtenaren de dialoog aangingen met de geteisterde buurtbewoners. Ideeën werden geopperd, oplossingen werden besproken, en er werd zelfs gesproken over het plaatsen van nestkastjes voor valken om de kauwtjes te verjagen.
Maar al snel bleek dat dit slechts een schijnvertoning was, een lippendienst aan ons leed. Beloften werden vergeten, excuses werden aangeboden zonder enige opvolging, en de kauwtjes keerden terug naar hun vertrouwde stek, ongehinderd door onze smeekbeden om verlichting.
Zo blijven we, in onze eens zo pittoreske straat, gevangen onder het juk van de kauwtjes. Terwijl zij vrijelijk heersen over ons domein, blijven onze stemmen ongehoord, onze klachten onbeantwoord. In het gemeentehuis mag dan wel stilte heersen, maar op ’t Zand schreeuwt ons onrecht om gerechtigheid. Amersfoort, waar de bewoner er niet toe doet.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!